Bel 0800-0188
Gratis (en anoniem)
Chat met CSG
Gratis (en anoniem)
iva

Steun van je omgeving na seksueel geweld

Het verhaal van Vera
Vera (41) maakte in haar jeugd twee nare seksuele ervaringen mee. Op haar dertiende werd ze slachtoffer van een groepsaanranding, op haar vijfentwintigste werd ze verkracht door haar ex-vriend. In de jaren daarna had Vera veel aan steun van haar naasten. Dit is het verhaal van Vera, haar moeder en haar man.

‘De steun van een naaste kan letterlijk het verschil betekenen tussen leven en dood’

‘Het was 1993. Ik was dertien jaar oud en ging met mijn oma en nichtje naar het zwembad. Daar werd ik slachtoffer van een groepsaanranding. De daders waren jonge jongens, sommigen van hen jonger dan ikzelf. Hoeveel het er waren, weet ik niet precies. Het ging zo snel, het was chaos; een kluwen aan armen en benen – onder water.
Ik was met mijn nichtje aan het zwemmen en wat een heel fijn moment was, veranderde in heel korte tijd. Ineens werden we omcirkeld en betast. Ze waren overal, voor me, achter me, naast me. Handen en vingers over en in mijn lichaam. Ik ben op dat moment versteend, ging uit mijn lichaam en liet het gebeuren. Formeel gezien ben ik die dag verkracht, maar ik vind het nog altijd lastig om het zo te noemen.
Mijn oma stond op een afstandje te kijken en heeft niet goed meegekregen wat er gebeurde. Ze dacht dat we werden gepest, meer niet. Zo zie je maar: seksueel geweld kan zelfs onder de ogen van omstanders plaatsvinden, zonder dat ze het doorhebben. Toen mijn oma merkte dat ik paniek raakte, is ze op ons afgegaan. Toen hield het op. Ik was in shock, voelde mijn lichaam niet meer, kon het zwembad niet uit komen. Uiteindelijk is het me toch gelukt, maar ik heb geen idee meer hoe.
Toen ik zittend in de tram naar huis uit het raam keek, wist ik: ik ben iets van mijzelf kwijtgeraakt, ik ben niet meer heel. Ik voelde me verloren en alleen. Het gevoel van aangetast zijn, gaat nooit helemaal weg, weet ik nu. Er is daar in dat zwembad iets van me afgenomen. En ergens besefte ik iets van dat verlies, toen al. Ja, het gaat nu goed met me, maar het is een pijn die blijft. En er zijn nog steeds restverschijnselen, zelfs na al die jaren. Nog altijd heb ik moeite om met het openbaar vervoer te reizen, ben ik bang weer dat beeld voor me te zien en het gevoel van toen in de tram, te ervaren.

Erkenning
De situatie in het zwembad heeft alles veranderd. Zo is de band met mijn oma beschadigd geraakt. Ik heb nooit goed met haar over het voorval kunnen spreken; zij bleef het zien als kinderspel, als een pesterij. Het misbruik heeft ze niet kunnen erkennen. Dat was zo pijnlijk voor me. Mijn oma hield van me, onze band was ontzettend sterk, maar deze gebeurtenis zorgde voor een verwijdering bij mij. Pas zo’n dertig jaar later, vlak voordat ze stierf, heb ik het kunnen loslaten. Ik ging er voor in therapie, en zo zijn mijn oma en ik op haar sterfbed weer tot elkaar gekomen.
Voor mijn moeder was deze hele situatie met mijn oma ook erg ingewikkeld; het was háár moeder. Toch heeft mijn moeder altijd aan mijn kant gestaan. Mijn ouders hebben nooit getwijfeld aan mijn verhaal. Ze geloofden me direct toen ik vertelde wat er met me was gebeurd. Die erkenning is heel belangrijk voor me geweest; het heeft me geholpen om vertrouwen te houden in de mens. En in mijzelf. Na zoiets heftigs en onwerkelijks, kun je makkelijk gaan twijfelen aan jezelf. Ik heb met mijn ouders heel veel gesproken over wat er is gebeurd. Toch hebben ze onderschat wat de gevolgen van deze ervaring voor me waren. Ook toen het later zo vreselijk slecht met me ging, zagen zij niet altijd het verband met de aanranding. Dat ik niet met openbaar vervoer durfde, bijvoorbeeld. Ze hadden geen idee waar dat vandaan kwam.

Op slot
Mijn leven werd pas echt ingewikkeld op het moment dat ik de leeftijd kreeg waarop jongens interessant werden. Werd ik verliefd en wist ik dat de ander mij ook leuk vond, dan was daar gelijk die angst dat er weer iets zou worden geëist. Dat ik opnieuw niet de regie over mijn leven had en ik weer iets van mezelf zou verliezen. Mijn lichaam, mijn buik, alles ging op slot. Het heeft heel lang geduurd voordat ik het aandurfde om een volwaardige relatie aan te gaan. En de relaties die ik kreeg, waren altijd ingewikkeld. Ik vond het heel lastig om mijn lichamelijke grenzen aan te geven. Ik wilde heel graag een maatje vinden, het vertrouwen in iemand krijgen en me veilig voelen, op elk vlak.
Op mijn vijfentwintigste maakte ik opnieuw seksueel geweld mee. Ik had het uitgemaakt met mijn vriendje en ging nog één keer bij hem langs om te praten. Toen ik hem troostte, wilde hij seks met me. Ik zei nee, hij zette door. Het was maar een kort moment, maar het was een grote trigger. Net als al die jaren geleden in het zwembad versteende mijn lichaam; ik kon niets doen. Nu was de emotionele klap echter veel groter en vooral dieper.

In therapie
Opnieuw sprak ik met mijn ouders over wat er was gebeurd. Het zullen delen zijn geweest, want ik liep al snel vast en vermoed dat ik door de shock niet veel heb kunnen vertellen van het trauma. Mijn moeder steunde me, maar mijn vader begreep niet goed wat er aan de hand was. Het liep niet lekker tussen ons, er waren ruzies en hij wilde me eigenlijk het huis uit zetten. Mijn ouders hadden gewoon geen idee wat de gevolgen van seksueel geweld kunnen zijn, ze hadden geen benul van wat een ptss inhoudt. Zij zagen mijn gedrag, ze zagen mijn buitenkant, maar wisten niet wat er binnenin me speelde. Ze zagen niet de eenzaamheid, niet de pijn die ik had. Van binnen ging ik dood, en dat uitte zich in ruzies. Dat is wat ze zagen.
Van de ene op de dag ervoer ik een omslag. Zo wilde ik niet verder leven. Mijn ervaringen met seksueel geweld hadden me kwetsbaar gemaakt en dat wilde ik niet langer. Ik wilde doorgaan in het leven, de regie terug. Ik heb alle hulp gezocht die ik maar kon vinden en mijn ouders gevraagd of ze samen met mij in therapie wilden. En dat wilden ze. Die therapie is de basis geweest voor een heel andere, mooie band met mijn ouders. Het gaf me bovendien mijn vertrouwen in de mens terug. Binnen een paar maanden tijd hadden we weer een stabiele basis en konden we onze band verder versterken. Ik pakte mijn studie weer en op en had weer perspectief. Ik ben blij dat ik met mijn ouders deze stap heb kunnen maken. We hebben er samen hard voor gewerkt en het is lang niet altijd gemakkelijk, maar we zijn er samen heel goed uitgekomen. Mijn moeder heeft in dit hele proces trouwens een schakelrol gehad. Zij is er altijd voor me geweest. Steeds zei ze: bel me maar als er wat is, dan praten we erover.

Verliefd
Toen ik net weer wat stabiliteit in mijn leven kreeg, leerde ik Theo, mijn man, kennen. Hij vond mij leuk, maar ik moest niets van hem weten. Niet op díe manier. Ik zei gelijk: ik hoef geen vriend. Toch voelde ik me direct veilig bij hem. We werden gewoon vrienden, hij nam de tijd voor me, was er als ik dat nodig had en toen werd ik verliefd. Dat hij zo geduldig met me was en dat hij mijn grenzen respecteerde zorgde ervoor dat ik weer verbinding kon gaan voelen. Ik leerde dat ik veilig kon zijn bij een man. Dat werkte voor mij ontzettend helend. Ik vond het spannend, maar met hem durfde ik het aan. Mijn man heeft me altijd gesteund, accepteerde me inclusief mijn hele traumapakket. Hij heeft mijn helingsproces van dichtbij meegemaakt, bracht me naar therapie en haalde me weer op, oefende met me in de trein, steunde me in al mijn keuzes. Theo is de stabiele factor in mijn leven. Hij is geduldig, luistert naar me en troost me als ik dat nodig heb – zonder daarbij zelf uit balans te raken. Hij draagt mijn verleden niet met zich mee en wil mijn problemen niet oplossen. Dat is goed. Daardoor voel ik me meer een gelijkwaardige partner en voel ik me vooral Vera in plaats van een getraumatiseerde vrouw.

Herstellen
Herstellen van mijn trauma’s heb ik op mijn eigen tempo gedaan. Ik heb heel veel therapie gehad, van EMDR tot psychotherapie, van systeemtherapie tot emotioneel lichaamswerk. Het was een lange weg en ik had veel geduld met mezelf nodig. En ja, er zijn nog altijd dingen met een gevoelig randje; specifieke situaties waarin ik me onveilig kan voelen. Dat is oké. Door het niet te onderdrukken, maak ik het leefbaar. En ik weet dat ik niet alleen ben. Ik heb ervaren dat verbinding met je naasten enorm belangrijk is. Een veilige band met een ander kan letterlijk het verschil betekenen tussen leven en dood. Stel je voor als alles om je heen wegvalt en er is niemand om je te steunen… Dat moet vreselijk zijn. Daarom wil ik naasten graag meegeven: erken de ervaring van de ander, wees er voor je geliefde en praat erover. Een trauma ervaar je misschien alleen, maar verwerken kun je samen doen.’

In contact met het Centrum Seksueel Geweld

‘Door contact met het CSG voel ik me minder eenzaam'

Vera: ‘Ik had al jaren therapie gehad, zonder het trauma van seksueel geweld zélf echt aan te pakken. Het voelde alsof de hulpverleners dit trauma niet begrepen, omdat zij zelf die ervaringsdeskundigheid niet leken te hebben. Ergens was die afstand veilig, maar ik voelde me ook onbegrepen en ergens alleen staan. Toen ik het CSG benaderde voelde ik me al een stuk minder eenzaam. Mijn trauma’s en vooral ook mijn reacties en coping, ging ik eindelijk beter begrijpen. Sterker nog: het CSG heeft mij geholpen om in te zien dat het normale en zelfs gezonde fysieke, emotionele en mentale reacties waren op nare gebeurtenissen. Sindsdien voel ik me niet meer eenzaam, ik voel me meer verbonden. Ik weet dat er een plek is waar ik begrepen word en ik heb een stuk vertrouwen in mijzelf teruggevonden. Dat heeft mijn situatie een stuk lichter gemaakt.’

iva

Hanneke, moeder van Vera:

‘Als Vera haar verhaal kwijt moest, dan luisterde ik’

‘Ik weet nog hoe machteloos ik me voelde toen Vera vertelde wat ze in het zwembad had meegemaakt. Vera was vanaf die dag geen kind meer, het onbezorgde was er vanaf. Dat was heel heftig. De wereld voelde onveilig voor haar, en dat heeft jarenlang geduurd. Ze trok zich terug, creëerde haar eigen wereld met haar barbies.

Ik heb mijn moeder stevig aan de tand gevoeld; zij was er tenslotte bij toen het gebeurde. Maar die bagatelliseerde het verhaal, volgens haar viel het allemaal wel mee. Het was een nuchtere vrouw die niet snel in paniek raakte, en ik denk dat ze de controle wilde houden door het af te doen als een onschuldige plagerij. Tussen haar versie en die van Vera zat een wereld van verschil. Ook de beleving van het nichtje was heel anders. Daardoor was het lastig om te bepalen wat er nu precies was gebeurd, ook omdat Vera in het begin niet op de details inging. Toch geloofden we haar. Omdat ze zo vreselijk overstuur was. We hadden geen idee wat we moesten doen. We spraken met de huisarts over onze dilemma’s en besloten geen aangifte te doen. Of dat achteraf goed is geweest? Tja, zeg het maar…

Vera had een heel moeilijke pubertijd. Ze werd depressief, was er echt heel ernstig aan toe. Ik heb wel eens gedacht dat ze een einde aan haar leven zou maken. En ik snapte dat ergens ook nog wel, want wat moet je als je leven alleen nog maar zwart is? Thuis liep het ook niet lekker, Vera en mijn man hadden veel onenigheid, waardoor het niet gezellig was in huis. Er is zelfs even gesproken over uithuisplaatsing en crisisopvang. Maar we kozen voor zelfhulp. We gingen als gezin in therapie en dat heeft veel goedgedaan. Zelf heb ik ook hulp gezocht. Ik wilde graag een liefdevolle moeder zijn, maar ik had steeds het gevoel dat ik had gefaald. Mijn therapeut zei: jouw dochter bepaalt niet hoe jij je voelt. Dat was voor mij een eye-opener: ik mocht hier niet aan onderdoor gaan. Tegelijkertijd wilde ik de verbinding met Vera niet verliezen. Ik ben gaan luisteren, luisteren, luisteren. Dat is voor mij een heel bewuste keuze geweest. Als Vera last had van het verleden, als ze haar verhaal kwijt moest, dan luisterde ik.

Van de ene op de andere dag ging bij Vera de knop om. “Ik wil dit niet langer”, zei ze. Vanaf dat moment heeft ze er keihard aan gewerkt om haar leven weer op de rails te krijgen. En uiteindelijk is dat gelukt. Voor mij is ze een pareltje. En als ze me nodig heeft, als ze het nogmaals over het verleden wil hebben, dan luister ik opnieuw. Dan zit er blijkbaar toch nog wat. Je kunt dan denken: hou er nu eens over op, het is al zo lang geleden. Maar nee, zo werkt het niet.

Liefde was en is in alles mijn grote drijfveer. Alles wat ik deed en doe is uit liefde voor Vera, ook al heb ik niet altijd de juiste keuzes gemaakt. Achteraf gezien had ik het anders aangepakt. Dan hadden we melding van het incident gedaan bij het zwembad, dan hadden we aangifte gedaan en eerder hulp gezocht. Waarschijnlijk was dat beter voor Vera’s verwerking geweest. Maar in die tijd deed je dat niet zo gauw; je werd als gek gezien als je naar de maatschappelijk werker ging. Je dopte je eigen boontjes en dat was dat. Gelukkig zijn de tijden nu heel anders. Mijn tips voor ouders die hetzelfde meemaken? Neem je kind serieus en wees er voor je kind. Luister, luister, luister en zoek hulp.’

Theo, man van Vera:

‘Ik wilde Vera het vertrouwen en de veiligheid bieden die ze nodig had’

‘Vera vertelde al vrij vroeg in onze relatie dat ze op jonge leeftijd een groepsaanranding had meegemaakt en dat er een paar maanden voordat wij elkaar leerden kennen een vervelende gebeurtenis was geweest. Toch merkte ik daar in het begin weinig van. Ja, achteraf waren er wel signalen. Zo kreeg ze soms ineens spierspanningen in haar lichaam, trillingen, ontladingen. En bepaalde spontane aanrakingen van mijn kant riepen bij haar soms schrik en spanning op.
Tijdens de seks was er in eerste instantie weinig aan de hand. Totdat er een periode aanbrak waarop ze tijdens en na het vrijen ineens begon te huilen. Voor mij voelde dat heel gek, alsof je – heel plotseling – van plus tien naar min tien gaat. Een rare omslag, vooral ook omdat ik dacht dat we beiden aan het genieten waren.
Mijn eerste gevoelens hierover waren heel erg dubbel. Vrijen is voor mij een belangrijke vorm van samenzijn en genieten, dat vrij hoort te zijn van toekomst of verleden. Het gaat om samen het moment van het nu beleven. Maar dat lukte niet. Na de seks voelde ik me schuldig over het feit dat ik er wel van kon genieten, maar Vera niet. En dat blokkeerde mij weer, want: hoe kun je naar iets verlangen wat vreselijke herinneringen oproept bij je geliefde? Ik was ook boos. Over het feit dat iemand een van de mooiste dingen in het leven van twee geliefdes in een nachtmerrie heeft laten veranderen. En er was verwarring. Vera zag haar lichaam namelijk heel anders dan dat ik dat deed. De seks kreeg al met al een wrange bijsmaak.

Na twee jaar werd eigenlijk pas duidelijk wat er was gebeurd in de periode vlak voordat wij elkaar ontmoetten, Vera’s laatste seksuele trauma. Toen begonnen de puzzelstukjes op hun plek te vallen en begrepen we de triggers ook beter. Vanaf dat moment begon Vera aan actieve traumaverwerking. Wat ze het meest nodig had, was een luisterend oor. We hebben heel wat lange gesprekken gevoerd, ook per telefoon – op de momenten dat ik wekenlang weg was voor mijn werk. De momenten thuis waren vooral op haar gericht. Ik deed voor haar wat nodig was. Soms was dat heel praktisch, zoals boodschappen doen, haar brengen en halen bij zware therapiesessies en het huis knus maken. Ik ontdekte dat mijn hand op haar onderrug haar lichaam en gevoel tot rust konden brengen. We zorgden ervoor dat we de gewone dingen bleven doen, en ik zorgde er weer voor dat ik haar daarbij betrok als ze een pittige periode had. Dan kookten we samen of klusten we in huis. 
Op Vera’s initiatief bezochten we een seksuoloog. Voor mij was dat een hele drempel. Ik hou er niet van om over gevoelens te praten, laat staan over seks. Maar het heeft ons zeker vooruit geholpen. Vooral de oefeningen om aanrakingen als rust te ervaren in plaats van als spanning, werkten goed. Ook leerden we om tijdens het vrijen meer gericht te zijn op de liefde in plaats van op de lust. Van daaruit konden we steeds weer een stapje verder.

Ik heb Vera’s problemen nooit als die van mij ervaren, ik wilde ze ook niet oplossen. Ik wilde er gewoon voor haar zijn, haar het vertrouwen en de veiligheid bieden die ze nodig had. Een plek om uit te kunnen huilen. Ik heb haar nooit gezien als alleen maar een trauma, maar altijd als de vrouw op wie ik verliefd werd. Hoe gebroken ze ook was.’

*De namen in dit artikel zijn vanwege de privacy van de betrokkenen veranderd.

Theo's tips voor partners

  • Luister vooral, laat je partner vertellen.
  • Geniet van samenzijn, van kleine dingen en blijf hier bewust van.
  • Focus meer op de liefde dan op de lust.
  • Heb geduld. Werk samen stapje voor stapje aan mogelijkheden om seksualiteit weer meer uit te breiden.
  • Zorg dat je ook je eigen dingen hebt waar je afleiding en ontspanning in kan vinden.
  • Probeer te accepteren dat het trauma er is en bij je partner hoort. Maar besef ook dat je partner méér is dan alleen het trauma.
  • Laat buien en stemmingen er gewoon zijn. Onderdrukken kost meer energie, zowel van je partner als van jezelf.
  • Zorg voor een huisdier. Een hond of kat is je beste therapeut!

Iva Bicanic van het Centrum Seksueel Geweld

‘Een steunende reactie heeft een positieve invloed op het herstellen na seksueel geweld’

Als je vertelt dat je seksueel geweld hebt meegemaakt, hoop je natuurlijk op een begripvolle en steunende reactie van de ander. Maar wist je dat driekwart van de slachtoffers tenminste één beschuldigende reactie krijgt? Dat heet victim blaming – het slachtoffer de schuld geven. Helpen we daar de persoon in kwestie mee? Nee. Sterker nog: victim blaming kan schadelijker zijn dan de nare seksuele ervaring zelf. Iva Bicanic van het Centrum Seksueel Geweld legt uit waarom een steunende reactie zo belangrijk is en hoe jij iemand tot steun kunt zijn.

‘Iemand die seksueel geweld meegemaakt, geeft zich zelf daarvan vaak de schuld. Was ik daar maar nooit naartoe gegaan, had ik maar geschreeuwd, had ik maar teruggevochten, had ik maar duidelijk nee gezegd… Als dat soort dingen gaan door je hoofd. Continu. En dat schuldgevoel maakt de situatie er voor jezelf vaak niet beter op, zéker niet als het ook nog eens versterkt wordt door negatieve reacties van anderen. Denk aan kwetsende opmerkingen als ‘had je ook maar niet zo’n kort rokje aan moeten trekken’ en ‘jij hebt ook altijd wat!’ tot beschuldigende vragen zoals ‘waarom ben je daar dan ook naartoe gegaan?’ en ‘je wist toch dat hij niet te vertrouwen was?’.
Dit soort reacties scharen we onder de noemer victim blaming – het slachtoffer krijgt de schuld. We noemen het ook wel ‘second rape’, vanwege de gevolgen die het kan hebben. Victim blaming is een bron voor veel psychische problemen, zoals depressie, suïcidaliteit en stemmingswisselingen. Negatieve en beschuldigende reacties kunnen het trauma erger maken; het kan zelfs meer schade aanrichten dan het misbruik zelf. Aan de andere kant weten we dat een steunende reactie kan helpen in de verwerking en in het herstel na misbruik.’

Hoe kan het dan dat we dit tóch zo lastig vinden als iemand vertelt dat hij of zij seksueel geweld heeft meegemaakt? 

‘Vaak heeft dat te maken met ons eigen ongemak. Aanranding, verkrachting, seksueel misbruik zijn lastige onderwerpen die we liever niet onder ogen willen zien. We willen eigenlijk niet weten dat het gebeurt. En dan ineens vertelt iemand je erover. Op zo’n moment schrikken we. Want: wat moet je zeggen? We worden ongemakkelijk waardoor we vaak niet helpend reageren. Heel gek, want het zorgen zit écht in ons; we hebben als sociale wezens het vermogen om een ander op te vangen en te troosten. We doen het ook als iemand vertelt dat zijn of haar oma is overleden, of wanneer iemand een ongeluk heeft gehad of als er bij diegene thuis is ingebroken. Dan gaan we in de steun-modus en zeggen we hoe vreselijk het voor de ander is, en we vragen of we iets voor de ander kunnen doen. Wat ik wil zeggen: dit kunnen we ook doen na de boodschap dat iemand seksueel geweld heeft meegemaakt. Waarom zou het nu anders zijn?’

Wat kunnen we doen om de ander te helpen?

‘Als naaste kunnen je het slachtoffer helpen door allereerst te zeggen dat het zijn of haar schuld niet was. Hiermee neutraliseer je de eigen schuldgedachtes van de persoon in kwestie, je geeft een tegengeluid. Daarnaast kun je heel mooie vragen stellen. Wat wil je me vertellen? Kan ik iets voor je betekenen? Wil je samen hulp zoeken? Waar heb je behoefte aan? Blijf ondertussen kalm, zaai geen paniek door continu te benadrukken hoe verschrikkelijk het is wat de ander is overkomen. Slachtoffers hebben behoefte aan een kalme ander. Ook belangrijk: geef aan dat je de ander gelooft. Stel, je hebt al heel lang een groot geheim, iets wat je van binnen opvreet, namelijk dat je als kind bent misbruikt, en op een dag durf je er eindelijk over te praten. Hoe vreselijk is het dan als je wordt weggezet als leugenaar, als gek? Je bent als slachtoffer zo kwetsbaar. Je opent een luikje en dan krijg je zo’n reactie. Er zijn slachtoffers die hun hele familie verliezen als ze vertellen dat opa hen heeft misbruikt. Dat zijn heel heftige dingen, waar we niet te lichtzinnig over mogen denken. Seksueel geweld meemaken is heel erg, maar dat je naasten je vervolgens laten vallen is vaak nog veel erger. Ja, de pleger is een rotzak, maar je eigen moeder die je vervolgens laat vallen…’

Dus: onthullen is alleen maar goed als de ander goed reageert?

‘Ja, eigenlijk wel, en dat is het lastige, want je hebt van tevoren geen garantie dat de ander steunend op jouw verhaal reageert. Daarom kiezen veel slachtoffers ervoor om te blijven zwijgen over wat ze hebben meegemaakt. Want in hun hoofd is het verhaal tenminste veilig, dan hebben ze er controle op. Als je het aan iemand vertelt, dan heb je geen controle meer over wat er met jouw verhaal gebeurt en welke reacties je zult krijgen.’

Is het dan soms beter voor slachtoffers om te zwijgen?
‘Niet per se. Zwijgen over wat je hebt meegemaakt betekent in de meeste gevallen dat iemand geen (professionele) hulp krijgt, en dát kan ook schadelijk zijn. We weten bijvoorbeeld dat de kans op een posttraumatische stressstoornis groot is na het meemaken van seksueel geweld, en dat tweederde van de mensen die geen hulp zoekt opnieuw slachtoffer wordt. Dus ik zou iemand die seksueel geweld heeft meegemaakt altijd aanraden om professionele hulp te zoeken. Of ik slachtoffers hiermee wil zeggen dat ze erover móeten praten? Nee, je moet helemaal niets. Vertellen dat je seksueel geweld hebt meegemaakt is enorm moeilijk. Ik zeg altijd: doe het op je eigen tempo en doe het op jouw manier. Wellicht kun je eerst ‘droog-oefenen’ op de chat van het CSG. Zo leer je woorden geven aan wat jou is overkomen.’

Heb je nog een tip voor omstanders?
‘Zet je eigen ongemak opzij, en probeer te reageren zoals je ook op andere verdrietige of schokkende gebeurtenissen zou reageren, zoals de dood van een dierbare of een inbraak. Ga geen smoesjes verzinnen om het gesprek niet aan te hoeven gaan, zoals: zij vindt het vast niet fijn als ik ernaar vraag, ik ga vast iets stoms zeggen, ik maak het waarschijnlijk erger dan het is,. Besef dat de ander jou niet voor niets in vertrouwen heeft genomen. Mensen die seksueel geweld hebben meegemaakt vinden het vaak juist fijn als je ernaar vraagt en naar hun verhaal luistert. Ze hebben behoefte aan begrip, een medestander, iemand die het voor ze opneemt; ze willen gezien worden, ook in hun pijn en hun verdriet. Zie het als een stukje wondverzorging. Die wond zit er nu eenmaal en kan wel wat aandacht gebruiken. Niks doen kan veel schadelijker zijn.’

Tip!
Na een ongewenste seksuele ervaring is het fijn voor het slachtoffer dat er iemand voor hem of haar is. Jouw steun kan een groot verschil maken. Maar hoe kun je dat nu het beste doen? Check onze tips op voor naasten.