Voor als je hulp nodig hebt of met vragen zit.
Home / verhalen / Het verhaal van Sonja
Foto: Adisa Nekic @capturedbyAdisa
Sonja (40) werd op haar twintigste verkracht door een onbekende man. Twintig jaar later ontmoette zij hem.
‘Ik was twintig toen ik op een afgelegen pad van mijn fiets werd getrokken door een onbekende man. Een serieverkrachter, zo bleek later. Ik fietste naar huis, hij sprong voor mijn fiets en onder bedreiging van een mes nam hij me mee naar een afgelegen stukje. Toen we daar naartoe liepen probeerde ik op hem in te praten, hem te overtuigen om geen nare dingen met mij te doen. Ik stelde hem vragen: wat ben je met mij van plan? En ik zei dingen als: mijn ouders verwachten me, ze gaan me zo zoeken, ik heb een vriend, ik ben ongesteld. Waarom neem je niet iemand anders? Achteraf schaam ik me voor dat laatste, maar ik probeerde alles om hem op andere gedachten te brengen. Maar dat lukte niet. Daar op het gras verkrachtte hij me.
Mijn lichaam bevroor op dat moment. Vechten, schreeuwen of vluchten durfde ik niet. Hij hield continu zijn mes bij mijn buik, zei me dat ik lief moest zijn omdat hij het anders zou gebruiken. Ik dacht aan Marianne Vaatstra en aan wat haar was overkomen. Ik lag in dat gras en dacht: ik ga het niet overleven. Ik kon zijn gezicht zien, hij zou me nooit laten gaan. De doodsangst die ik voelde was allesoverheersend. Ik liet het gebeuren, werkte mee. Als hij maar klaarkomt, dacht ik, dan is alles voorbij.
En toen liet hij me gaan. Ik snapte het niet, maar ik ging. Op het moment dat ik weer op mijn fiets stapte ben ik gaan schreeuwen. Alle adrenaline kwam eruit, ik schreeuwde en mijn hele lijf trilde. Thuis vertelde ik gelijk aan mijn moeder wat er was gebeurd, zij belde de politie en toen brak er een heel circus los. De politie kwam, mensen van de forensische opsporing namen mijn fiets en mijn kleding mee voor onderzoek, zelf ging ik nog die nacht naar de GGD voor onderzoek. Urenlang werd ik onderzocht, er werden foto’s gemaakt, monsters genomen. Heel onwerkelijk allemaal.
DNA-match
Na anderhalve maand was er een DNA-match. Mijn verkrachter werd ook in verband gebracht met verschillende andere zaken elders in het land. Ga zitten, zei de agent die me belde, we hebben nieuws: we hebben hem! Alsof er bakstenen van me afvielen. De angst om hem opnieuw tegen te komen was weg. Maar er kwam niet veel later – toen ik op vakantie werd ingesloten door drie jongens – een nieuwe angst voor terug: het kan mij nóg een keer overkomen, er zijn meer mannen die deze dingen doen. Vanaf dat moment ging ik anders leven. De rem ging erop. Ik ging nog wel de deur uit, maar meestal overdag. Moest ik in de winter heel vroeg in de ochtend of in de avond college volgen, dan ging ik niet en haalde ik de lessen op een ander tijdstip in. Alles om te voorkomen dat ik in het donker over straat zou moeten. Ik bewoog om mijn klachten heen, en vond zo een prima manier om te leven.
Dwanghandelingen
Hulp wilde ik niet. Heel even, een half jaar na de verkrachting, had ik EMDR, maar daar was ik nog lang niet aan toe. Ik wilde met vrienden op het terras zitten, niet met een therapeut over mijn verkrachting praten. Ik vond mijn eigen weg om met de gebeurtenis om te gaan. Totdat, tien jaar na de verkrachting, mijn eerste kind werd geboren. Dat activeerde mijn hele angstsysteem. Ineens was ik verantwoordelijk voor iemand anders. Ik kreeg last van dwanghandelingen, controleerde tientallen keren per dag het huis: is het hier veilig? Kan er geen brand uitbreken? Is er geen vreemde binnengeslopen? Via Excelbestanden hield ik voedings- en slaapschema’s van mijn kindje bij. En ik controleerde steeds: ademt ze nog? Ik was compleet overweldigd door angst, kon niet meer normaal functioneren. Op dat moment zocht ik hulp. Ik kreeg cognitieve gedragstherapie en dat hielp me enorm op weg. Samen met mijn therapeut pakte ik stuk voor stuk mijn angsten en dwanghandelingen aan. Net zo lang totdat ik weer normaal kon functioneren. Ik was niet meer de hele dag bang.
Toch kan de angst me nog altijd overvallen. Laatst werd ik via de app lastiggevallen door een man. Dan speelt dat gevoel van onveiligheid weer op. Dan controleer ik mijn huis weer op insluipers, check keer op keer de sloten, doe extra lichten aan. Ik weet van mezelf dat ik zorgvuldig moet zijn met contacten. Omdat mijn rodevlaggensysteem kapot is. Na een foute date kan ik achteraf de rode vlaggen zien, maar op het moment zelf niet. Mijn intuïtie zegt dan wel dat er misschien iets niet klopt, maar mijn ratio zegt: doe niet zo stom, dit denk je nu alleen maar omdat je ooit bent verkracht. Goed voelen lukt op zo’n moment niet meer. Dat maakt dat ik terughoudend ben in het contact met mannen. Ik vind dat jammer, omdat ik daarmee ook mensen met goede bedoelingen van me afduw.
Heling
Heel lang heb ik gedacht dat het aan mij lag, dat ik zelf schuldig was aan de verkrachting. En soms denk ik het nog: wat als ik niet van mijn fiets was gestapt? Wat als, wat als… Dan denk ik dat ik invloed had kunnen hebben op een andere afloop. Rationeel weet ik dat het onzin is, maar toch denk ik erover na. Ook als het gaat om mijn uiterlijk, heb ik lang met de verkrachting in mijn hoofd gezeten. Ik heb bijvoorbeeld jaren geen lichte kleding gedragen omdat ik op het moment van de verkrachting een witte broek droeg. En mijn haren liet ik nooit meer los hangen – de dader sneed mijn haar namelijk los omdat hij dat mooier vond. Lange tijd dacht ik: als ik niet mooi ben, dan word ik met rust gelaten. Dat heeft gemaakt dat ik mezelf op een bepaalde manier kleedde en niet goed voor mezelf zorgde. Ik heb overgewicht. Voor mij is de link met de verkrachting en mijn lijf groot. Dik zijn is veilig. Die gedachte wil ik loslaten en daarom krijg ik binnenkort een maagverkleining. Voor mij is dat een stukje in mijn proces tot heling.
Ontmoeting
Nog een belangrijk stuk in dit proces is mijn ontmoeting met de dader, twintig jaar na dato. Ik had het al langer in mijn hoofd, maar vond er nooit de rust voor. Tot nu. Na intensieve gesprekken met een bemiddelaar van Perspectief Herstelbemiddeling, durfde ik de stap te wagen. Ooit, toen de dader nog in de gevangenis zat, heeft hij mij benaderd voor zo’n gesprek, maar toen wilde ik niet. Maar hij plantte met zijn brief wel een zaadje bij me: ooit kan het een mogelijkheid zijn. Ik had vragen aan hem: waarom heeft hij het gedaan? Hoe is het hém sindsdien vergaan? En ik wilde hem recht in de ogen kijken en hem als mens kunnen zien. In mijn hoofd had ik een plaatje van hem gemaakt. Op straat dacht ik dan als iemand daarop leek: dit is hem misschien wel. Dat nam heel veel ruimte in. Nu is het plaatje compleet en hoef ik niet meer met die gedachte over straat.
Mindfuck
Voor mij was het fijn om vóór en tijdens het gesprek de regie te hebben. Vooraf werd alles goed doorgesproken: wanneer wil je afspreken, waar, in wat voor soort ruimte? Waar wil je zelf zitten? Waar moet hij zitten? Ik wilde een lichte ruimte, en dat hij als eerste naar binnen zou gaan. Dat maakte dat ik kon binnenstappen en het gesprek kon starten wanneer ík dat wilde. Tijdens de nacht dat hij me verkrachtte had hij de regie, die kon ik nu terugpakken. Dat voelde goed. Toch was de aanloop naar de ontmoeting een enorme mindfuck. Vooraf dacht ik: ik ben krachtig, ik kan dit. Maar de twintigjarige Sonja reageerde enorm op wat er ging komen. Ik ervoer in de weken vóór het gesprek heel veel onrust, had herbelevingen en nachtmerries. Alles kwam terug. De twintigjarige Sonja had geruststelling nodig. Ik heb toen continu een mantra in mezelf opgezegd: ik ben veilig, ik ben veilig. Dat heeft me heel erg geholpen, ook tijdens het gesprek.
Rust
Al met al duurde ons gesprek zo’n tweeënhalf uur. In die tijd heb ik hem als mens kunnen zien, en de monsterlijke lading van hem af kunnen halen. Hij zat daar in al zijn kwetsbaarheid, net als ik. Het trof me dat hij het lef had om dit te doen; dat hij nu zijn verantwoordelijkheid nam voor wat hij heeft gedaan. En daarmee zag ik: je bent net zo veel mens als ik.
Er is iets hersteld in mij die dag. Het gesprek heeft me veel rust gegeven. Eerder was ik altijd óver de dader aan het praten, nu sprak ik mét hem. En dat heeft me anders naar mensen doen kijken. In een cursus die ik volg werd gezegd: gedrag is liefde, dan wel een vraag om liefde. Op die manier wil ik naar de ander kunnen kijken, ook naar hem.
Of een dergelijk gesprek voor iedereen zou werken, weet ik niet. Het kán waardevol zijn, als je eraan toe bent. Voor mij werkte het helend dat we onze verhalen konden delen, en het feit dat ik gezien en gehoord werd. Dat ik nu erkenning kreeg van de dader maakte dat ik een stap verder kon zetten en hem kon vergeven. Maar ook dat, vergeven, is misschien niet voor iedereen weggelegd. Ieder slachtoffer van seksueel geweld verwerkt het op z’n eigen manier. Er zijn geen goede of foute slachtoffers. Je kunt niets verkeerd doen in je herstel; volg je hart en blijf dichtbij jezelf.
Is mijn pijn nu, na de ontmoeting met de dader, helemaal weg? Nee. De verkrachting zal altijd een rol in mijn leven blijven spelen. Ik zal altijd een bepaalde gevoeligheid, een bepaalde angst houden, vooral wat mijn kinderen betreft. Maar gelukkig heb ik ook een positieve draai aan mijn ervaring kunnen geven door betekenis te geven aan wat mij is aangedaan. Ik schreef het boek ‘Losse haren’ en ben bedenker van de Herstelcirkels (zie kaders). Daarmee wil ik iets positiefs betekenen voor lotgenoten. Ik wil hen laten zien dat je door die mist heen kunt, dat herstel en een fijn leven uiteindelijk mogelijk zijn.’
‘Door de nare reacties die ik vanuit mijn omgeving kreeg, heb ik me heel erg alleen en niet begrepen gevoeld’, vertelt Sonja. ‘Waarom fietste je daar dan ook op dat tijdstip, vroegen mensen me. En waarom alleen? Er waren steeds meer mensen met wie ik niet kon en wilde praten. In gedachte zette ik een rood kruis boven hun hoofd: jij doet mij pijn. En dat terwijl ik juist steun nodig had. Doordat ik me zo vreselijk alleen voelde, sloot ik me af en trok ik me terug. Andere slachtoffers gun ik graag iets anders, namelijk het gevoel gesteund te worden en de wetenschap dat ze er niet alleen voor staan. En zo kwam ik op het idee van de herstelcirkels.’
Herstelcirkels is een methode die draait om sociale verbinding. Slachtoffers van seksueel geweld kunnen hun eigen herstelcirkel creëren met naasten die zij vertrouwen – bijvoorbeeld familie, vrienden en/of collega’s. Onder begeleiding van een professionele gespreksleider gaan zij samen in gesprek over wat er is gebeurd en wat dat betekent voor iedereen. Om elkaar beter te kunnen begrijpen wordt ook uitgelegd wat er tijdens het meemaken van seksueel geweld met het slachtoffer kan gebeuren, welke gevoelens en gedachten seksueel geweld nadien kan oproepen en wat de gevolgen kunnen zijn. Ook is er de mogelijkheid om contact te leggen met lotgenoten en een gratis herstelpakket aan te vragen.
Lees meer informatie over de herstelcirkels.
In haar boek ‘Losse haren’ beschrijft Sonja hoe zij op maandag 8 september 2003 door een onbekende man van haar fiets wordt getrokken en verkracht. Ze schrijft niet alleen over deze gebeurtenis, maar ook over de tijd daarna. Het boek is te bestellen via je (online) boekhandel.
Heb jij ook een nare seksuele ervaring meegemaakt en heb je hulp of advies nodig?
Neem dan contact op met het Centrum Seksueel Geweld. Wij zijn er voor jou!