Bel 0800-0188
Gratis (en anoniem)
Chat met CSG
Gratis (en anoniem)

Noor wil graag anoniem blijven. De vrouw op deze foto is niet Noor. Foto: Chad Madden

Het verhaal van Noor

Noor (42) werd op haar dertiende verkracht door haar eerste vriendje. In dit verhaal vertelt ze hoe haar weggestopte trauma drieëntwintig jaar later naar boven kwam, en wat ze gedaan heeft om het te verwerken.

‘Mijn zorgvuldig weggestopte trauma kwam ineens in volle kracht terug’

‘Hij was mijn eerste vriendje, en sterk onder invloed van alcohol. Ik was super jong en had geen ervaring met seks. Die dag verkrachtte hij me. Ik eindigde in m’n eentje in een badkamer. Ik voelde me kapot, wilde ophouden te bestaan en was heel erg in de war. Ik zweeg erover omdat ik me zo schaamde, omdat ik zelf niet eens kon benoemen wat er nu precies was gebeurd, omdat ik geen idee had of iemand me zou geloven. De gedachte dat ik was verkracht stopte ik zo ver mogelijk weg. Het is gewoon niet zo, dacht ik steeds, er is niets aan de hand. Misschien heb ik het wel gewoon verzonnen. Zo leefde ik vanaf dat moment mijn leven, alsof er niets was gebeurd. Mijn lichaam schakelde ik uit, ik leefde vooral vanuit mijn hoofd. Dat lukte prima. Tot die ene dag, op mijn zesendertigste – drieëntwintig jaar later.

Ik was als docent met een groep studenten en een paar collega’s op studiereis naar het buitenland. De studenten hadden georganiseerd dat we naar een voetbalwedstrijd zouden gaan. Er werden in de aanloop naar de wedstrijd voortdurend grappen gemaakt over dronken voetbalhooligans. Voordat ik het wist werd mijn lijf overspoeld door fysieke herinneringen. Ik kon alleen maar trillen en herbeleven. Mijn zorgvuldig weggestopte trauma kwam ineens in alle geuren en kleuren naar boven. Het hield niet meer op. Ik was misselijk, werd duizelig. En ik wilde alleen nog maar weg van die plek. Ik voelde wel dat het iets te maken had met wat ik op mijn dertiende had meegemaakt, maar kon het nog niet onder ogen zien. Pas toen ik in therapie ging leerde ik dat een posttraumatische stressstoornis zich lange tijd rustig kan houden, en jaren later ineens naar boven kan komen.

Trauma-herinneringen

Bij een posttraumatische stressstoornis denken we al gauw aan nare plaatjes in je hoofd, visuele herinneringen of flashbacks van de gebeurtenis, maar die heb ik maar weinig. Het is mijn lijf dat de herinneringen heeft opgeslagen. De trauma-herinneringen zitten bij mij heel erg in het sensorische, zoals in geur en tastzin. In de badkamer waar ik me na de verkrachting bevond was het licht heel fel. Als ik nu in een bepaald licht zit, komen de gevoelens van toen weer naar boven. Dan ga ik trillen, word ik misselijk en krijg ik hoofdpijn. En dan besef ik ineens: wacht eens even, ik zit in verkeerd licht, ik ben gewoon getriggerd. Het is belangrijk om te weten waar je reactie vandaan komt. Eerder had ik geen idee, dan vroeg ik me af waarom ik toch zo raar reageerde op bepaalde dingen en zei ik tegen mezelf dat ik me niet zo moest aanstellen. Ik ben bijvoorbeeld extreem bang voor dronken mensen, maar pas na mijn ervaring in dat voetbalstadion kwam het besef waardoor dat zo is: het dronken vriendje dat me verkrachtte.

Papier oordeelt niet

Wat moest ik doen nu mijn trauma ineens in volle kracht was teruggekomen? Ik had geen idee. 
Naar de huisarts durfde ik in eerste instantie niet. Want dan was de verkrachting echt, dan stond die ergens geregistreerd. Bovendien: dan moest ik praten, terwijl ik helemaal geen woorden kon vinden voor wat er met mij was gebeurd. Zelf wilde ik het liever ook niet geloven. Vanaf dat moment ben ik gaan schrijven, woorden, zinnen, gedichten. Papier voelde voor mij veilig, het praat niet terug, oordeelt niet. In mijn gedichten kon ik alles kwijt. Stukje bij beetje gaf me dat de ruimte om over de verkrachting te durven praten en te erkennen: dit is er met mij gebeurd. Het gaf me de moed om toch naar de huisarts te gaan, die me doorverwees naar een EMDR-therapeut.

'Helen is een doorgaand proces. Wat me helpt is schrijven, zingen, wandelen en praten'

Tijdens de therapie kwam er steeds meer naar boven. Het heeft me lang gekost om alle puzzelstukjes van het verhaal naar boven te halen. Ik had ze erg goed weggestopt. Elke keer als ik dacht dat dit het wel moest zijn, kwam er weer een nieuw stukje waartoe ik me moest verhouden. 
Therapie heeft me geholpen, de triggers zijn een stuk minder, maar ze zijn niet helemaal weg. Helen is een doorgaand proces. Wat me helpt is schrijven, zingen, wandelen en praten. Voor wat betreft dat laatste: ik heb het geluk dat mijn vrienden me altijd hebben gesteund nadat ik ze vertelde over de verkrachting. Zij waren voor mij een luisterend oor. En ze hielden me in balans. Ik heb momenten gehad waarop het voelde alsof ik alleen nog maar die verkrachting was. Ik voelde me walgelijk. Gelukkig lieten mijn vrienden me zien dat de verkrachting deel is van mijn geschiedenis, maar dat ik veel meer ben dan dat.

Leven in stilte

Dat we binnen onze maatschappij zo weinig over seksueel geweld praten, vind ik heel erg. De cijfers liegen er niet om: we kennen allemaal iemand die dit heeft meegemaakt. Waarom praten we er dan niet over? Veel mensen leven in stilte, zoals ik ook lange tijd deed. We hebben er zo’n enorm taboe van gemaakt, dat veel slachtoffers niet durven te praten over wat hen is overkomen. Dat is heel eenzaam. Bovendien denken de meeste mensen nog altijd dat verkrachters wildvreemde vrouwen van de fiets trekken of overvallen in een donker steegje. Maar zo gaat het meestal niet. De pleger is vaak een bekende van het slachtoffer. Het is van belang dat mensen dat weten, ook al is het ongemakkelijk. Erkennen dat een naaste is verkracht door een bekende betekent ook je eigen kwetsbaarheid inzien: het kan iedereen gebeuren. En dat vinden we lastig. Door mijn verhaal te vertellen hoop ik dat ik kan bijdragen aan meer begrip voor slachtoffers.

Rijker mens

Hoe gek het ook klinkt: deze hele situatie heeft me toch iets gebracht in positieve zin. Begrijp me goed: ik had de verkrachting liever niet meegemaakt, maar het heeft me uiteindelijk toch een rijker mens gemaakt. Ik heb een groot empathisch vermogen, kan goed omgaan met ongemak en weet ruimte te maken voor de ander. Ook ben ik heel bewust in het opzoeken van plezier. Ja, er is iets heel naars met me gebeurd, maar er zijn ook zoveel mooie dingen in het leven. Daarvan bewust genieten helpt om in balans te blijven. Ik hoop dat ik met deze boodschap lotgenoten een steuntje in de rug kan bieden. Wat ik ze ook zou willen zeggen: zoek hulp. Je fikst een verkrachting niet in je eentje.’

Echoes that matter

Noor schreef gedichten over haar trauma en bundelde die in het boekje Echoes that matter. Noor: ‘Verhalen delen werkt helend. De kracht ervan zit in het collectief, de herkenning in het verhaal van de ander. Ik weet dat mijn verhaal ellendig is, maar het is ook ontzettend fijn om te zien dat lotgenoten er iets aan hebben – dat ze zich gehoord en gezien voelen. Voor mezelf vind ik het fijn dat er nu een fysieke plek is waar mijn trauma kan leven: in het boek, buiten mijn lichaam.’

Echoes that matter bevat Engelstalige gedichten en is verkrijgbaar via Poetry at work.

Echoes

I tell myself
to just get over it
to stop whining

And I wonder
whose voice it is
that has come
echoing
into my present
yet again

The things people say...

‘Oh, really?’

‘How long ago was this?’
‘Did you report it to the police?’
‘I can’t imagine what that’s like’
‘Were you drinking?’
‘That’s awful’
‘You are so brave’

‘Oh, really?’

‘I don’t know what to say’
‘You sure know how to hide it’
‘I admire your strength’
‘Thank you for telling me’
‘I am sorry’
‘It doesn’t show’
‘I think you should see a therapist’

‘Oh, really?’

‘Gosh, now I am crying
even though you went through this’
‘This makes me so angry’
‘Me too’
‘If it’s someone from here,
I don’t want to know’
‘I was sexually abused as a child too
but it’s really not an issue for me’

‘…’

‘Oh, really?’

De reactie van omstanders

Ondanks dat Noor heel fijne reacties krijgt als ze vertelt over haar verkrachting, zijn er ook nare reacties uit haar omgeving – Noor scheef er het gedicht The things people say over (zie kader). ‘Had je gedronken? Ben je wel naar de politie gegaan? Je merkt helemaal niets aan je. Ik wil het niet weten. Je maakt me aan het huilen. Dat soort reacties’, zegt Noor. ‘Maar ook vragen als: Ben je er nu nóg niet overheen? Alsof er een tijd staat voor het verwerken van een verkrachting. Alsof je je aan het aanstellen bent. Alsof je om aandacht vraagt. Ik snap het hoor, het is voor een buitenstaander ook heel moeilijk om te begrijpen dat iets wat zo lang geleden is gebeurd, kan voelen alsof het nu is. Maar zo werkt het helaas wel. Ik leg het altijd uit met het voorbeeld van een voedselvergiftiging. Als je ooit heel erg ziek bent geweest van een portie garnalen, en je ruikt daarna die garnalen weer, dan reageert je lichaam onmiddellijk. Dat is het overlevingsmechanisme in je lijf dat je vertelt: dit is niet goed. Nou, zo werkt het ook met triggers rondom misbruik.

Over aangifte

Ook kreeg ik een paar keer de vraag waarom ik geen aangifte heb gedaan. En dan met name of ik niet bang ben dat deze dader ook anderen zal verkrachten. Ik vind dat een problematische reactie, omdat het mij verantwoordelijk lijkt te maken. Het is natuurlijk prachtig als er mensen zijn die het wél lukt om aangifte te doen en ik ben er helemaal voor om daders ter verantwoording te roepen. Maar zo’n opmerking kan leiden tot nog meer schuldgevoel en schaamte. Dan ben je niet alleen slachtoffer, wat al zwaar en pijnlijk is, maar ook nog een ‘slecht’ slachtoffer. Ik wil geen aangifte doen. Eerst omdat ik er gewoon niet aan wilde denken en bang was dat niemand me zou geloven. Nu omdat ik niet meer het hele verhaal van de verkrachting door wil. Bovendien: hij – de dader – doet er voor mij niet meer toe.’

Noor geeft tips aan omstanders

Wat kun jij doen om de ander te helpen en te steunen? Hierbij enkele tips van Noor.

  • Zeg tegen de ander: ik geloof je. En: het is niet jouw schuld.
  • Geef ruimte aan de ander, en claim die ruimte ook zelf. De een wil er wel over praten, de ander niet. Respecteer dat in de ander, maar geef ook je eigen grenzen aan.
  • Ga op zoek naar je eigen ongemak bij het thema seksueel geweld. Waar zit ‘m dat in?
  • Zeg tegen de ander: je hoeft er niet over te praten, maar weet dat ik er voor je ben op het moment dat je dat wel wilt. Blijf vragen hoe het met iemand gaat.
  • Voor het verwerken van een nare seksuele ervaring staat geen tijd. Het is net als met rouwen: iedereen doet het op z’n eigen manier in z’n eigen tempo.
  • Veel slachtoffers zijn bezig met het emotie-management van de ander. Laat weten dat jij oké bent en dat de ander zich mag concentreren op zichzelf.

Heb jij hulp nodig?

Heb jij ook een nare seksuele ervaring meegemaakt en heb je hulp of advies nodig?
Neem dan contact op met het Centrum Seksueel Geweld. Wij zijn er voor jou!