Voor als je hulp nodig hebt of met vragen zit.
Home / verhalen / Het verhaal van Iris
Iris (62) groeide op in een gezin met huiselijk geweld en seksueel misbruik door haar moeder. Ze ontwikkelde daarbij een Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS).
Foto: Maria Lupan – Iris wil graag anoniem blijven. Zij is niet de vrouw op deze foto.
‘Ik weet nog dat ik als heel jong meisje een enorme weerstand had richting mijn moeder. Ik was een jaar of drie, vier, en ik voelde me ontzettend onveilig bij haar. Liever trok ik naar mijn vader toe, ook al kon hij mede vanwege zijn handicap als gevolg van hersenletsel ook heel onberekenbaar reageren. ’s Avonds een gebedje opzeggen voor het slapen gaan, nageltjes knippen, dat soort dingen deed ik het liefst met mijn vader. Mijn moeder had ik liever niet in mijn nabijheid; ik voelde angst, wrevel, moeite in haar bijzijn. Maar waarom dat was, heb ik lange tijd niet geweten. Het misbruik was namelijk totaal verdrongen, jarenlang had ik totaal geen herinnering aan wat er was gebeurd. Pas toen ik al jaren uit huis was kwamen de herinneringen langzaam maar zeker weer boven.
Door de slechte relatie met mijn moeder had ik veel moeite met vrouwen – ik was bang voor hun nabijheid, voor aanrakingen. Toch was ik wel altijd op zoek naar moederfiguren. Ik hunkerde naar moederlijke vrouwen, naar de moeder die ik thuis niet had. Ik herinner me nog heel goed een vrouw die tijdens een vakantiekamp heel liefdevol mijn blaren verzorgde, die ontstaan waren door slecht en goedkoop schoeisel. Na het kamp fietste ik geregeld langs haar huis, om een glimp van haar op te kunnen vangen. Ik zocht naar kruimeltjes liefde die ik thuis niet kreeg. Ook zocht ik mijn toevlucht bij een buurman, een pedoseksueel, die me seksueel misbruikte. Ik was een kwetsbaar meisje, een gemakkelijke prooi voor hem.
Afsplitsing van persoonlijkheid
Er gebeurden soms eigenaardige dingen met mij. Zo had ik regelmatig enorme gaten in mijn geheugen. Dan wist ik bijvoorbeeld niet meer waar ik was geweest en met wie ik had gesproken. Soms kwam ik met kleding of andere spullen thuis die totaal niet bij me pasten. Hoe kom ik hieraan, dacht ik dan. Ik stopte deze vreemde gebeurtenissen weg, wilde er niets mee. Totdat ik ongeveer vijfentwintig was en een zorgopleiding deed en mezelf heel erg tegenkwam. Ik nam mijn psychologiedocent in vertrouwen, en zij verwees me gelijk door naar een therapeut.
In de vele jaren en tijdens de therapieën die volgden werd steeds meer duidelijk. Zo bleek mijn persoonlijkheid afgesplitst te zijn in verschillende identiteiten met verschillende karakters en leeftijden. Nu snapte ik eindelijk waar de gaten in mijn geheugen vandaan kwamen, en waarom ik soms van die gekke dingen deed; dit waren de momenten waarop andere delen in mij het overnamen, waarschijnlijk op de momenten dat ik het moeilijk had. Want dat ik het moeilijk had bleek ook uit de andere puzzelstukjes die langzaamaan op hun plek begonnen te vallen.
Ineens kon ik het helder zien: mijn moeders dominantie, mijn angst voor haar, voor aanrakingen van vrouwen, dat mijn moeder me per se wilde douchen, me in bad wilde stoppen – ook al kon ik dat al lang zelf, en al die andere momenten… dat ik bij haar in bed moest gaan liggen als mijn vader afwezig was… Het jarenlange misbruik. Weerzinwekkend was het, schokkend en onvoorstelbaar confronterend. Dat je eigen moeder dit bij je doet, ik kon het niet begrijpen. En als ik haar ernaar vroeg, negeerde ze het, praatte ze eroverheen. Meerdere malen ben ik met mijn man Erik bij haar langs geweest om erover te praten, maar altijd keerde ik teleurgesteld en gefrustreerd huiswaarts. Mijn moeder bleef glashard ontkennen.
Diagnose DIS
Op mijn vierenveertigste werd ik getest en kreeg ik de diagnose DIS, oftewel: Dissociatieve Identiteitsstoornis (zie kader). Ik begon in te zien dat dit een overlevingsmechanisme is om jezelf in de eerste kinderjaren te beschermen ten tijde van ernstig trauma. De diagnose vond ik beangstigend, maar tegelijkertijd was ik er blij mee. Hiermee kwam ik dichter bij mezelf. Ook kreeg ik eindelijk antwoord op de vraag: wat is er toch met me aan de hand? Vanaf dat moment ging er een soort poort open en kwam het verwerkingsproces in een stroomversnelling. Ik ging tot op de bodem, met onder andere twee randpsychotische ervaringen en zestien jaar intensieve therapie. Vreselijk zwaar was het, maar het hielp. Mijn trauma werd meer en meer verwerkt en daarmee werden als het ware de pakketten van de verschillende identiteiten uitgepakt en waren zij niet langer nodig. Na een aantal jaren van intensieve therapie integreerden ze in mij; ze smolten samen tot één persoon. Dat de identiteiten van toen geen rol meer in mijn leven spelen, is heel erg fijn. Het brengt me rust.
Vergeving
Toen mijn moeder stervende was en in een hospice lag, probeerde ik nog één keer om met haar over het misbruik te praten. Ze had me niet lang daarvoor verteld dat zij zelf als kind seksueel misbruikt was door haar broers. Door deze onthulling begreep ik haar beter; ook zij had het als kind verschrikkelijk zwaar gehad, net als later in haar huwelijk. En nu, zo vlak voor haar dood, hoopte ik dat ze eindelijk iets kwijt wilde over wat ze mij had aangedaan. Ze vertelde me dat ze met de dominee had gesproken over de fouten die ze had begaan in haar leven. Ik besloot daarop door te vragen, ook over het misbruik jegens mij. Dat wat ze altijd had ontkend, gaf ze in de laatste dagen van haar leven alsnog toe. Ze vroeg of ik haar wilde vergeven. En dat deed ik in alle oprechtheid. Ik was enorm dankbaar voor dit gesprek. Eindelijk was daar die openheid waar ik al die jaren zo op had gehoopt, eindelijk kreeg ik erkenning voor wat mij was aangedaan. Haar te kunnen vergeven bracht me rust en ruimte, een gevoel van bevrijding – alsof ik voor even vleugeltjes had. Vanaf dat moment wist ik: ik kan verder met mijn leven, het verhaal is rond.’
In dit boek vertelt Iris haar levensverhaal, waarbij ze ook in gaat op hoe verschillende therapievormen haar geholpen hebben bij haar verwerking. Ze schreef het boek samen met haar man Erik. Iris: ‘In eerste instantie schreven we dit boek vooral voor mij, voor mijn eigen verwerking, maar gaandeweg kwam er steeds meer het idee om het uit te geven, zodat het voor iedereen te lezen is. We hebben er, met de nodige tussenpozen, zo’n tien jaar over gedaan. Door mijn ervaringen te delen hoop ik bij te dragen aan een dieper begrip, zowel bij lotgenoten als bij professionals.’
Van waanzin naar Wijsheid is verkrijgbaar in de (online) boekhandel.
Erik, de man van Iris, is een grote steun voor haar. Hij ging samen met haar de zoektocht naar heling aan. Hij vertelt: ‘Al tijdens onze eerste ontmoeting vertelde Iris me over haar verleden. Daar nam ze natuurlijk een enorm risico mee, want ik had kunnen zeggen: dit is me te veel, ik zie het niet zitten met jou. Maar op de een of andere manier heeft haar verleden me nooit in de weg gezeten. Dat we gelijk de diepte in gingen vond ik juist wel mooi, maar dat de jaren daarop zo intensief zouden worden, hadden we geen van beiden kunnen bedenken. Toch hebben we het gered. Dat heeft er volgens mij alles mee te maken dat het tweerichtingsverkeer was; het was niet Iris die al het werk deed en ik die aan de zijlijn stond toe te kijken. Nee, we gingen samen deze intensieve reis aan, waarbij ik ook in contact kwam met mijn kwetsbaarheden.
En ja, het was op sommige momenten heel pijnlijk om mijn vrouw te zien worstelen. Wat kon ik me dan machteloos voelen, zo machteloos dat ik niet meer wist waar ik met mijn eigen gevoelens naartoe moest. Ook waren er momenten waarop het echt kon knetteren tussen ons; we hadden heftige ruzies. Maar ondanks alles bleven we praten, we bleven in verbinding, en zo kregen we samen de dingen altijd weer helder. Pasklare antwoorden waren er niet, wel ontstond er bij ons allebei langzaam maar zeker meer en meer helderheid en inzicht. Wat voor mij zelf heel goed werkte is het bijhouden van een dagboek. Schrijven werkt voor mij inzichtgevend en het zorgt ervoor dat ik de dingen kan overzien, verwerken en loslaten.
Ook zijn we – hoe moeilijk het ook was – altijd fijne en leuke dingen blijven doen. We wandelden veel, verdiepten ons in het gedachtengoed van onder anderen Byron Katie, Eckhart Tolle en Gabor Maté. We gingen naar spirituele bijeenkomsten en hadden en hebben fijn contact met een aantal dierbare vrienden. Dat we samen ondanks alle heftigheden er toch doorheen gekomen zijn dat moet te maken hebben met dat de basis van onze relatie liefde is.’
DIS staat voor Dissociatieve Identiteitsstoornis, en is ook wel bekend onder de naam meervoudige persoonlijkheidsstoornis. Bij mensen met DIS is het ‘ik’ versplinterd in twee of meer persoonlijkheden. Deze persoonlijkheden hebben vaak een eigen naam, karakter, leeftijd en herinneringen. Ze voelen en willen verschillende dingen.
DIS ontstaat door terugkerende traumatische gebeurtenissen in de kindertijd, zoals seksueel misbruik. Dissociatie helpt een slachtoffer om aan de nare gebeurtenissen te ontsnappen, bijvoorbeeld op het moment dat het misbruik plaatsvindt. Een van de deelpersoonlijkheden neemt de controle dan over, zodat het misbruik draaglijk wordt.
Meer informatie over DIS lees je onder andere via:
Heb jij ook een nare seksuele ervaring meegemaakt (online of offline) en heb je hulp of advies nodig?
Neem dan contact op met het Centrum Seksueel Geweld. Het maakt niet uit of het nu kort of lang(er) geleden is gebeurd.
Wij zijn er voor jou!