Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld

Prevalentiemonitor seksueel geweld

1,6 miljoen slachtoffer van seksueel geweld

1,6 miljoen personen van 16 jaar en ouder gaven in maart en april van 2020 aan in de voorgaande 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld. Het gaat hier om 11 procent van de bevolking. 185 duizend personen maakten dit structureel mee, dat wil zeggen: (bijna) dagelijks, wekelijks of maandelijks. Dit blijkt uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld die het CBS heeft uitgevoerd op verzoek van het WODC.

Onder seksueel geweld vallen niet-fysieke seksuele intimidatie, fysiek seksueel geweld en online seksuele intimidatie. Fysiek seksueel geweld omvat alle vormen van ongewenst seksueel lichamelijk contact, variërend van ongewenste aanrakingen tot verkrachting. Niet-fysieke en online seksuele intimidatie variëren van het (online) ontvangen van seksueel getinte opmerkingen of het voortdurend op een seksuele manier aangestaard worden, tot het moeten aanschouwen van seksuele handelingen of verspreiding van seksueel beeldmateriaal. Bij seksueel geweld worden zowel voorvallen binnen als buiten de huiselijke kring meegenomen.

Vrouwen vaker slachtoffer dan mannen
Seksueel geweld vindt merendeels buiten de huiselijke kring plaats. Ruim 1,5 miljoen personen werden slachtoffer door toedoen van iemand buiten de huiselijke kring, tegen krap 0,2 miljoen personen die slachtoffer waren van seksueel geweld binnen de huiselijke kring. Vrouwen zijn vaker slachtoffer dan mannen (15 procent tegen 7 procent). 5 procent van de vrouwen zei te zijn geconfronteerd met fysiek seksueel geweld, 11 procent met niet-fysieke seksuele intimidatie en 7 procent met online seksuele intimidatie. Bij de mannen waren de cijfers respectievelijk 2, 3 en 4 procent. De pleger was vaker man dan vrouw. Bij minstens 185 duizend personen (1,3 procent) kwam het seksuele geweld structureel voor.

Seksueel geweld vaker bij jongeren
Ook komt seksueel geweld vaker voor bij jongeren dan bij ouderen. Van de 16- tot 18-jarigen kreeg 26 procent hiermee te maken, van de 18- tot 24-jarigen 30 procent en van de 65-plussers 3 procent. Bijna de helft (47 procent) van de jongvolwassen vrouwen (18 tot 24 jaar) heeft te maken gehad met enige vorm van seksueel geweld, tegen 13 procent van de jongvolwassen mannen.

‘We blijven het liefste weg van geweld en misbruik’, zegt Iva Bicanic van het Centrum Seksueel Geweld met het oog op dit onderzoek. ‘Maar de realiteit is dat het voor velen dichtbij komt en sporen achterlaat op de ziel. We moeten deze feiten onder ogen durven zien.’

Verantwoording
Het onderzoek is uitgevoerd door het CBS in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie. De begeleidingscommissie bestond uit Majone Steketee (Verweij Jonker Instituut), Daphne van de Bongardt (EUR), Vera Toepoel (UU), Steven Tjalsma (DG MinJenV), Nanja Flikweert (MinVWS), Leontien van der Knaap (WODC) onder voorzitterschap van Ellen Laan (Amsterdam UMC).