Deze maand is het 2 jaar geleden dat de MeToo-beweging een enorme vlucht kreeg. Sindsdien gaat er geen week voorbij zonder dat seksueel misbruik ergens in het nieuws is.
In de spreekkamer van respectievelijk het ziekenhuis en het Centrum Seksueel Geweld zien wij dagelijks de lichamelijke en psychische gevolgen van misbruik en grensoverschrijdend gedrag; seksuele problemen, chronische buikpijn, laag zelfbeeld, angsten, depressies en het uit de weg gaan van relaties vormen slechts een deel van de problematiek die wij voorbij zien komen.
Veel slachtoffers ‘slalommen’ zichzelf door het leven door middel van het vermijden van allerlei zaken die herinneren aan hun misbruik-ervaringen. Uit onderzoek van Rutgers in 2017 blijkt dat maar liefst 22% van de vrouwen en 6% van de mannen in Nederland manuele, orale, vaginale of anale seks tegen de wil heeft meegemaakt en/of is gedwongen om seksuele dingen te doen die ze niet wilden. Ongeveer de helft van de slachtoffers ervaart hiervan problemen. Met de wetenschap dat een groot gedeelte van de verhalen niet naar buiten komt, is het aantal kinderen en volwassenen dat rondloopt met onverwerkt seksueel trauma niet te onderschatten.
Berichtgeving over seksueel misbruik in de media kan deze mensen en hun directe omgeving behoorlijk ontregelen wanneer het lezen of horen van specifieke woorden traumatische herinneringen activeert, en daarmee gepaard gaande gevoelens van boosheid, verdriet, angst, schuld en machteloosheid. De impact van berichtgeving over seksueel misbruik kan zelfs desastreus zijn. Zo zijn ons trieste gevallen bekend van vrouwen die zich tijdens de piek van de Metoo-mediaberichtgeving van het leven hebben beroofd, omdat de berichten zo talrijk en dusdanig indringend waren dat hun vermijdingsstrategie niet langer werkte. Alle reden voor media om bewust en zorgvuldig met berichtgeving om te gaan.
Toen afgelopen augustus de van seksueel misbruik beschuldigde miljardair Jeffrey Epstein zich ophing in zijn cel, werd nogmaals duidelijk dat onder berichtgeving waarin een suïcide voorkomt media altijd het nummer van Stichting Zelfmoordpreventie noemen. Van suïcide is namelijk bekend dat het op een figuurlijke manier besmettelijk kan zijn en daarom zijn er richtlijnen opgesteld over de manier van berichten. Journalisten en andere mediaprofessionals kunnen bijdragen aan het voorkomen van suïcides, onder andere door het verminderen van het stigma rondom suïcide en het aanzetten tot het zoeken van hulp. Ons voorstel op Twitter om onder berichtgeving waarin het gaat over zedendelinquenten of seksueel geweld contactgegevens van de zedenpolitie of een hulpinstantie te plaatsen, kreeg veel bijval. Toch kregen we bij de NOS geen gehoor; er werd alleen uitgelegd waarom het nummer van Stichting Zelfmoordpreventie onder het artikel over Epstein genoemd werd.
Omdat steeds meer bekend wordt dat berichtgeving over seksueel geweld een trigger kan zijn voor mensen met (onverwerkte) misbruikervaringen is ons pleidooi het volgende: media, vermeld naar analogie van de richtlijnen omtrent suïcide onder misbruik-gerelateerd nieuws altijd een 24/7-hulplijn en het nummer van de politie. Hiermee wordt erkend dat dergelijke berichten – zelfs decennia later – slachtoffers en hun dierbaren kunnen raken. Maar ook weten slachtoffers dan waar ze heen kunnen met hun vragen en emoties. Perspectief biedt hoop, en niet alleen dat; benoem in de berichtgeving dat hulp zoeken helpt, want effectieve traumabehandeling vermindert de kans op herhaling van seksueel misbruik (iets wat de helft van de misbruikte kinderen helaas overkomt). Traumasensitieve berichtgeving dus; op deze manier kunnen media hun maatschappelijke verantwoordelijkheid beter invullen en kan de zorg voor mensen die te maken hebben gehad met seksueel misbruik verbeterd worden in Nederland.
Bertho Nieboer en Iva Bicanic
Dr. Bertho Nieboer is gynaecoloog aan het Radboudumc en hoofdredacteur van Medisch Contact
Dr. Iva Bicanic is klinisch psycholoog en hoofd van het Centrum Seksueel Geweld