Waarom slachtoffers vaak zo lang stil blijven over hun #MeToo-ervaring (Dus: #WhyIdidntreport)

Josette Kootstra, Roos van Tongerloo en Ylja Band

We spraken klinisch psycholoog Iva Bicanic over wat #MeToo met slachtoffers doet en vroegen haar hoe het komt dat het soms jaren duurt voor zij hun verhaal doen. “De reacties van anderen, nadat slachtoffers van seksueel geweld of seksuele intimidatie hun verhaal vertellen, zijn eigenlijk nog schadelijker dan het misbruik zelf.”

“Schuld en schaamte”, zegt klinisch psycholoog Iva Bicanic. “Dat is de ongewenste erfenis van seksueel misbruik.” Bicanic is landelijk hoofd van het Centrum Seksueel Geweld en werkt al vijfentwintig jaar als trauma-expert op dat gebied. Ze ziet dat die schuld en schaamte maken dat slachtoffers jarenlang zwijgen. Als je een inbraak of overval meemaakt, dan vertel je dat aan anderen, legt ze uit. Zoiets kan iedereen overkomen. “Maar als iemand je lichaam inbreekt of je aanrandt, dan durf je dat niet goed. De meeste slachtoffers voelen zich overvallen: ‘Huh, wat is er gebeurd?’ Daarna douchen ze heel lang en kruipen onder een dekbed om het maar te vergeten. Een recept voor PTSS: een langdurig onverwerkt trauma.”

Als de dader onbekend is – denk aan de man in de bosjes – is de kans groot dat het slachtoffer wel naar hulpverlening of politie stapt. Ook krijgen slachtoffers van een zogenaamde stranger rape vaker steun uit hun omgeving. Is de pleger een bekende, dan zwijgt het slachtoffer vaker, en zoekt hij of zij de schuld bij zichzelf: “Heb ik een aanleiding gegeven? Heb ik te vriendelijk gelachen, of ben ik te lang blijven hangen? Had ik dit kunnen voorkomen? Schaamte voor hun ‘falen’ en de angst voor de afwijzing die daarbij hoort, maakt dat ze het liever niet aan de grote klok hangen. ‘Wat zullen mensen denken als ze weten dat ik bij hem in huis was?’ Zeker als het slachtoffer deel uitmaakt van een soort cultuur waarbinnen iedereen elkaar een hand boven het hoofd houdt, voelt hij of zij zich heel alleen.”

“Het gaat heel geraffineerd, zegt Bicanic over de misbruikdynamiek. “Vaak zie je dat daders het niet bij een persoon laten in hun leven. Ze raken er getraind in de ander te manipuleren. Met mooie woorden en beloften strooit de pleger zand in je ogen, en als je in die val bent gelokt, is er vaak geen weg terug. Dan heeft hij je het gevoel gegeven dat jij ook mee hebt gedaan, en dus mede schuldig bent. Want hé: jij ging toch met hem mee naar huis? Je vond het toch fijn dat hij zei dat je mooi was? Bovendien: “Bij een bekende dader zit er meestal ook iets positiefs in de relatie. Een vertrouwensband, bijvoorbeeld, of dat het slachtoffer iets van hem kan leren.” Als het slachtoffer dan aangifte doet, of een ander vertelt van het misbruik, kan dat door die afhankelijkheidsrelatie voelen als verraad. “En de dader kan zijn slachtoffer onder een verwarrende psychische druk te zetten: aangifte doen of erover vertellen betekent dat ze elkaar nooit meer zullen zien. En dat betekent ook het verlies van al het goede van de relatie. Maar de meest gebruikte methode van de bekende daders is het simpele, verbale dreigen, zegt Bicanic. Je kent het wel: “Als jij je mond open doet, weet ik je te vinden.”

In onze reportage over de seksuele intimidaties van dirigent Leusink, vertelt een van de geïnterviewden dat ze bevroor, toen hij haar betastte, bij hem thuis op de bank. Ze duwde hem niet weg, zei geen nee, maar verstijfde. Volgens Bicanic doet zeventig procent van de slachtoffers van seksueel geweld en seksuele intimidatie niets, of werkt mee. “Het plotselinge karakter van de gebeurtenis maakt dat mensen flabbergasted zijn en letterlijk verlammen van angst”, legt ze uit. “Het is een automatische respons van je lichaam.” Tonic Immobility, heet dit. Een overlevingsstrategie van het lichaam, waardoor het voelt alsof je spieren verlamd zijn. Je kunt niets anders dan het ondergaan, en bent niet in staat te zeggen “He, eikel: houd op!” Bicanic: “Als het achter de rug is, slaan deze mensen zichzelf voor de kop: ‘Waarom heb ik niets gedaan? Waarom kwam ik niet in actie? Dit heet hindsight bias. De kwelling van schuld wordt veroorzaakt doordat we met onze kennis over de uitkomst van de gebeurtenis de herinnering aan wat we ervoor wisten, gaan kleuren. Hierdoor geloven we ten onrechte dat onvoorziene uitkomsten te voorzien en dus te voorkomen waren.”

Verlammen of meewerken, beiden zijn automatische overlevingsreacties. “Het idee daarachter is: liever aangerand of verkracht dan dood. Je probeert de dader te vriend te houden. Je wilt hem niet boos maken, want je denkt: ik moet hieruit zien te komen, levend. Want wat kan-ie nog meer doen?” Hoewel het vaak zo lijkt door films, benadrukt Bicanic, is nee zeggen of je fysiek verzetten als iemand een grens overgaat, dus niet vanzelfsprekend.

Als slachtoffers maanden, of zelfs jaren na het misbruik hun verhaal vertellen, roept er altijd wel iemand dat het lange wachten ze ongeloofwaardig maakt. “Dus je komt er nu mee? Was het al die jaren niet erg voor je, dan? Je zegt het zeker nu omdat je carrière even niet zo lekker loopt.” Als het gaat om een situatie waarin het slachtoffer niet direct in verzet kwam, zijn er zelfs mensen die van het slachtoffer een medeplichtige maken in hun commentaren. “Wat deed je daar dan? Waarom zei je geen nee? Als je met hem mee naar huis gaat in zo’n kort rokje, dan geef je zelf verkeerde signalen af.” De reacties van anderen, nadat slachtoffers van seksueel geweld of seksuele intimidatie hun verhaal vertellen, zijn eigenlijk nog schadelijker dan het misbruik zelf, zegt Bicanic. Het gaat om victim blaming. Waarom doen ze dat toch: het slachtoffer de schuld geven? “Over het algemeen vinden mensen seksueel geweld een ongemakkelijke realiteit”, legt Bicanic uit. “We willen gewoon niet geloven dat er docenten en trainers zijn die hun pupillen misbruiken. Zoiets vinden wij niet fijn om te weten, maar het is nou eenmaal waar. Om hun eigen schijnveiligheid intact te houden, praten mensen zichzelf aan dat het slachtoffer ‘dan wel een labiel type zal zijn’, of dat ‘ze erom gevraagd heeft’.” Want, stel je voor dat dat niet zo is: dan zou het iedereen kunnen overkomen.

Bicanic roept slachtoffers op hun verhaal te doen, ondanks de twijfels over schuld en het gevoel van schaamte. Alleen al omdat het verhaal van de een, de ander kan helpen bij het verwerken van eigen nare ervaringen: “Sommige slachtoffers denken: ik was de enige. Dan horen ze er nog zes, en dan gaat het schuiven in je hoofd. Kom ermee naar buiten. Er is een Centrum Seksueel Geweld in zestien plaatsen in Nederland, met een telefoonnummer dat 24/7 bereikbaar is. Zeker als het misbruik hooguit een week eerder plaatsvond, kan het centrum helpen. Die week is superbelangrijk: dan kun je nog sporen van de pleger veiligstellen, medische zorg verlenen aan het slachtoffer om besmetting van soa’s tevoorkomen.”

“Het is een ongemakkelijke realiteit, maar onbestaanbaar waar: iedereen kan slachtoffer van seksueel geweld worden. Gebeurt het? Meteen handelen: #belsnel: 0800 0188.”

Bekijk het hele artikel en de uitzending hier.